De nieuwe Biesbosch

Een nieuw zorgvuldig

gecreëerd landschap vormt zich
naar noodzaak van de rivier.
Land dat wordt prijsgegeven
met het water als architect.

Nog vloekt de rechte weg
en hoge kunstwerken
met de rust van het landschap.

Zoals eens met het getij
je omhoog kon vallen,

staan nu de opgetilde boerderijen
glanzend op afstand.

Weemoedige bomen
scheppen een surrealistisch landschap,
een palet van halfverdronken land en water.
Hier heerst de mens
die wil temmen wat ontembaar is.

Ik staar naar de maakbaarheid
van land en leven
als een aalscholver die zich afvraagt
waar zijn vertrouwde landschap is gebleven.

 

GETIJDEN

Vandaag is de langste dag korter.
Klare avondlucht  stroomt vol water
de zomer talmt tussen rietgors en tenen.

In dit half verdronken landschap
staan naakt verzonken stammen
loodrecht als verstilde wegskeletten.

Surrealistisch landschap
dat geduldig zwijgend opdoemt
uit donkere grond.

Weer keert het tij
wordt doorstroomgebied
en spel van elementen.

Er zijn te weinig woorden
voor water
om de kleuren uit te spreken.

Struintuin Jantjesplaat

Dit kleurrijke jaargetijde
toont alles anders dan voorheen
een nieuw mystieke struintuin
hervindt wat door de vloed  verdween.

Wolken spreeuwen schreeuwen
in onvoorspelbare vlucht
duiken, schreeuwen
in betrokken najaarslucht.

De eenzame boerderij
met bedroefde ruiten
houdt geen getij meer bij
gelijke kou, binnen en buiten.

Waar gorzen ruimen voor rivier
nieuw wetland op oude gronden
de kleine plevier als pionier
herstel van wat eens was verbonden

Eilandenrijk

het kille water stroomt er als in elk getij
in sedimentaire afzet gekaderd van gors
en klei tot vlaai en slibplaten

hier moet het ooit begonnen zijn
leven op nog niet geworden land
de oude structuur van kreken en polders
als logische onderlegger

palet van half verdronken land en water
het allesbeheersende element
agressief uitgeboord en verwijd
tot een groot bakkes
dat gulzig het overtollig rivierwater opslokt

modderend door een levend museum
strevelen en kwinten we belevingswaarden
zoals ganzen foerageren
ademend de geuren
van wat altijd is geweest

 

Pannekoek met poedersuiker

 

De winter valt zacht uit lage wolken

in een witstille wereld laten

voetstappen een knerpend spoor

word ik weer een dromend kind

dat terugkeert in zijn eigen stappen

zodat het scheen of ik verdween.

Loop ik tussen verstilde rijen

preekstoelen met bestofte twijgen.

De lange richters wijzen

naar eens machtige getijden

waar natuur soms schijnbaar redeloos

het harde bestaan bedreigde.

 

Zwanger van nieuw leven wacht

de griend zijn herstellende kracht

als de winter zijn ballast aflegt

een levende geschiedenisles.

Lente in de nieuwe Biesbosch

 

Zoals de natuur het voorjaar wacht

als eens Persephone

wacht ik tot de veerboot de oversteek waagt.

 

Zoals de overkant wacht

op wat van wal steekt

zie ik wat komt hoopvol tegemoet.

 

Zoals meeuwen schreeuwen van leven

wacht nieuw zorgvuldig gecreëerd natuurlandschap

met het water als architect.

spreeuwen 

 

wolken spreeuwen gillen

herfst

als door eenzelfde gedachte geleid
maken zich op voor de trek naar het zuiden

verzamelen rond hun nachtelijke rustplaats

kwetteren blij en opgewonden
dansen in spectaculaire choreografie 

alsof er jaren is geoefend

 

zwenken golvend door de lucht

waaieren wijduit

vormen dan weer een dun lint

duiken omlaag

strijken over het land

heffen hun schrille geluid

verdichten - wijken uit 

klappen dubbel

en vouwen weer open
tekenen wiskundige patronen

in onvoorspelbare vlucht.

Biesbosch

de ijle bomen
staan als woorden op zichzelf
hun wortels zoeken grond
in het troebele water
van herinnering
opgeladen met beelden
van betekenis
skeletten van een tijdsverloop
met eb en vloed
als een gericht